Wakker Geschud

GelukkigHB MayWayHB

Wakker geschud worden om jezelf te kunnen zijn.

Als moeder van twee hoogbegaafde kinderen heb ik gemerkt dat het opvoeden en begeleiden hoogbegaafde kinderen een extra uitdaging is. In mijn zoektocht naar meer vaardigheden en kennis, had ik nooit bedacht om hoogbegaafde kinderen te gaan begeleiden. Daarom was ik ook totaal verrast toen ik de vraag; waar wil jij naartoe? antwoordde met: “Misschien kan ik wel GelukkigHB begeleider worden.”

Tijdens een bijeenkomst in Zwolle bleef die gedachte bij me en ook het gevoel begon toen mee te spelen. Op de een of andere manier was dit precies waar ik altijd van gedroomd heb: een plek voor kinderen om te spelen, ontdekken, knutselen en onder begeleiding zichzelf te leren zijn.

In deze blog vertel ik over wat ik geleerd en gezien heb tijdens mijn stages en opleiding tot GelukkigHB begeleider. Het gaat om mijn persoonlijke proces. Mijn stages brachten me namelijk in eerste instantie meer vragen dan antwoorden. Waarom is het zo belangrijk dat hoogbegaafde kinderen aandacht krijgen? En dat ze elkaar ontmoeten?

Tijdens mijn stage zie ik kinderen, spelen, lachen en kletsen. Het is mooi om te zien, dat al die kinderen bezig zijn. Toch ben ik nog zoekend. Het lijkt wel alsof er zomaar wat gespeeld wordt en zie er niet direct een doel achter. Ik loop stage in de verschillende groepen. Ik zie peuters en pubers en alles wat daar tussen zit. Ze komen wekelijks naar de groepen en ik geef in de volgende alinea’s een paar praktijkvoorbeelden en vertel hoe mijn zoektocht begon. Eigenlijk gaat deze blog over hoe ik antwoorden kreeg op mijn vragen en hoe ik (voor de tweede keer) werd wakker geschud.

Na het openingsrondje gaan alle kinderen aan hun eigen project werken. Op de gang wordt gelachen en wat heen en weer gescharreld door wat meiden, die samen een film aan het maken zijn. Een meisje zit met volle aandacht een verhaal te typen, een jongen bouwt een ruimtevoertuig en twee meiden zetten een robot van lego in elkaar.

Bij de start van een puber-groep vertelt een jongen, dat hij na een dag school totaal hersendood is. Bij het spel dat daarna in de groep gespeeld wordt, krijgt hij de leiding toebedeeld; die jongen moet even wakker geschud worden.

Op de grond liggen borden en glazen, die in scherven in het rond liggen. Met grote ogen kijkt ze om zich heen. Heb ik nu iets verkeerd gedaan? Nee, je hebt risico gelopen. Ging het perfect? Misschien niet, maar je hebt het gedaan en er zijn wat spullen kapot. Nou én?

Op een middag komt een jongetje binnen en tijdens de opening valt hij vijf minuten in slaap. Na alle drukte thuis en op school heeft hij behoefte aan een slaapje om op te laden en ook daar is ruimte voor.

Twee jongens lopen rond en vermaken zich met niks doen. En daar in de hoek ligt een bouwwerk. Een project van een kind dat is blijven liggen. Er spelen vragen in mijn hoofd; wordt dat nog afgemaakt? Mag ik dat kind daarop aanspreken?  Het lijkt wel alsof er zomaar wat gespeeld wordt en ik zie er niet direct een doel achter.

De vrijheid, die ik bij mijn eerdere bezoeken had ervaren, maakte me enthousiast. Nu stel ik er vragen bij; wat gebeurt en nu precies in deze groepen? Waarom is het nodig om hoogbegaafde kinderen bij elkaar te zetten? Hebben alle kinderen niet af en toe behoefte aan een slaapje of juist om wakker geschud te worden? Alleen maar lol en plezier is toch niet voldoende? Er moet uiteindelijk toch iets gemaakt of gepresteerd worden? Waarom zijn de kinderen in de groep allemaal bezig met verschillende activiteiten?

Ik realiseer me dat ik kijk met een oordelende en misschien wat achterhaalde blik¹. Mijn referentiekader op het leveren van een prestatie zit me in de weg. Ik loop er tegen aan dat ik vind dat iets ‘nuttig’ moet zijn en ‘dat ze er van moeten leren’ Hoe leg ik dit dan straks uit aan de ouders, die contact met gelijkgestemden belangrijk en waardevol vinden, maar die wellicht ook met een kritische blik kijken.  Verwachten zij ook een resultaat in de vorm van een prestatie?

Gedurende de opleiding komen er antwoorden op mijn vragen. Door de lessen die ik volg en door wat ik zelf zie en ervaar tijdens mijn stages.

In het onderwijs ligt de nadruk op het leren en presteren van het kind in plaats van op de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Veel hoogbegaafde kinderen lopen vast², omdat ze niet toekomen aan leren op hun eigen manier. Hierdoor voelen zij zich totaal niet gezien. Ze raken hun interesse en motivatie kwijt en komen steeds vaker thuis te zitten. Op school komen deze kinderen geen gelijkgestemden tegen. Kinderen waar ze zich aan kunnen spiegelen. Iemand die hen niet meteen een nerd noemt, omdat ze veel weten en specifieke interesses hebben.

Hierdoor voelen ze zich vaak anders en dat maakt dat ze zich gaan aanpassen, waardoor het risico bestaat dat ze gaan afhaken en onderpresteren. Of ze passen zich totaal niet aan en worden de druktemaker of de clown van de klas. Ook deze kinderen kunnen aan het onderpresteren zijn. Op school kan een bepaald gedrag ten onrechte tot een bepaalde hulpvraag leiden waardoor er een risico bestaat op het krijgen van een misdiagnose, omdat er gekeken wordt naar gedrag in plaats van naar oorzaken³.

In een groep met gelijkgestemden zijn deze kinderen niet meer de slimste en ze hoeven zich niet meer aan te passen. Ze worden uitgedaagd en met zichzelf geconfronteerd. En ja, dat ziet er soms anders uit dan we gewend zijn. Zo leer je misschien, door te proberen een tafelkleed onder een gedekte tafel vandaan te trekken, dat je soms bewust een risico kunt nemen.

Zinvol leren voor een kind komt vanuit zijn eigen referentiekader van wat hij of zij al weet en kan. Het wordt geprikkeld door de eigen nieuwsgierigheid en om die te stimuleren werken de kinderen aan hun eigen projecten en leerdoelen. Ze kiezen vanuit hun hart, omdat er niet iets van ze geeist wordt wat ze zelf niet willen, zo komen zij bij hun eigen intrinsieke motivatie. Kinderen werken vaak harder aan opdrachten, die ze zelf leuk vinden en zelf gekozen hebben•. En soms is het goed dat een kind zich eerst even verveeld, zodat ze vanuit hun eigen motivatie aan de slag gaan en ze zich niet aanpassen, omdat er iets van hen ‘verwacht’ wordt.

En ja, een kind wordt wel aangesproken op een bouwwerk, dat nog niet af is, maar daarbij gaat het niet direct over hun prestatie. Door vragen te stellen over het proces en de stappen, die het kind al dan niet zet, kom je dichterbij zijn of haar beweegredenen. Kinderen die niet direct aan hun project gaan, leren misschien dat ze schakeltijd nodig hebben van de ene naar de andere activiteit.  Misschien dat het kind leert om zijn of haar perfectionisme los te laten als iets er anders uitziet dan ze zich voorgesteld hadden of als iets niet in een keer lukt.

De vragen die gesteld worden laat het kind even stil staan en hierdoor wordt zelfbewustzijn bij het kind gestimuleerd. Ze komen zo tot een andere manier van leren; een manier die gaat over wie ze zelf zijn. Een kind wordt zo bewust van zijn eigen emotionele reactie op een situatie. En die zijn, naast de intellectuele en rationele afwegingen, belangrijk bij de ontwikkeling van een kind.•

Een jongetje maakt een kleurende wolf en gaat zo op in zijn project dat de tijd vliegt. Terwijl hij werkt beseft hij dat hij ook met ander speelgoed had kunnen spelen, maar nu kiest hij met heel zijn hart voor zijn eigen wolf. Zijn wangen zijn rood en hij is bevlogen aan het werk. Een ander jongetje staat in het rommelhok en hij is op zoek naar knutselmateriaal. Ik zie hem denken; wat zal ik nu weer eens maken? Ik vraag of hij al een idee heeft. Dat heeft hij nog niet echt. Oké, prima, jij bent de kunstenaar.

Tijdens mijn stage zie ik hoe kinderen binnen komen en bij zichzelf landen, omdat ze gezien en uitgedaagd worden en plezier hebben. Ik heb gezien hoe ‘anders leren’ er uit ziet. Wat ik aanzag voor doelloze vrijheid is in weze ruimte en acceptatie.

De ruimte die ik ervaar maakt mij ook verdrietig. Het roept het gevoel op; had ik dit maar eerder geweten of zelf ervaren. In die gevoelens ligt voor mij de noodzaak om hoogbegaafde kinderen, die vaak op onbegrip en onmacht zijn gestuit, te ondersteunen en hen een plek te bieden. Ik heb ervaren hoe erg het zoeken is naar acceptatie; acceptatie van jezelf en het anders zijn. Ik ervaar in de opleiding dat ik mag zijn wie ik ben. En vandaar uit kan ik stappen zetten en die brengen me voorbij wat ik zelf ooit bedacht zou hebben. En dat is wat deze kinderen ook hard nodig hebben. Dat ze wakker geschud worden om zichzelf te ontdekken en daarmee, met steun van hun omgeving, hun eigen weg te bewandelen.

Mayke Ruemkens
May Way HB

April 2018

“In the garden of gentle sanity,
may you be bombarded by coconuts of wakefulness”

Chogyam Trungpa

¹RSA ANIMATE: Changing Education Paradigms, Ken Robison
²Hoogbegaafd maar gecrasht op school Wevers NRC 18 juni 2016
³Hoogbegaafden met stoornissen Ben Deater
4 Pintrich en Schunk 2002
5 Dabrowski’s Theory of Positive Disintegration Sal Mendaglio 2008

Wakker geschud